“Wat ben je aan het dooeeehooeeen?”, brult vriend, terwijl hij zijn hoofd om de hoek van de woonkamer steekt. Alsof ik zojuist ben betrapt op het kijken van grannyporn klap ik mijn laptop dicht, ondertussen iets murmelend over tv kijken. Vriend trekt zijn wenkbrauw op, en ik kan het hem niet kwalijk nemen als ik zie dat het één of ander dierenartsprogram is; ik háát dieren. Zuchtend klap ik mijn laptop weer open; het is tijd om open kaart te spelen.
“Ik ben er net achter dat ik met mijn laptop ook best leuke selfies kan maken, en nu ben ik bezig de perfecte look te creëren” spuug ik vallend over mijn woorden uit, terwijl ik ondertussen vooral bezig ben met de vraag hoe ik dit níet laat klinken alsof er een 13-jarig meisje bezit van me heeft genomen. Er is geen ontkomen meer aan;
Ik ben een Slet. Een Stiekeme Selfie Slet.
(meer…)
Persoonlijk
De kat in de zak en het roze huilshirt
Spreekwoorden: (1914) Een kat in den zak koopen, d.w.z. iets koopen zonder het gezien te hebben; bedrogen uitkomen;
Ze hebben me gezien, de mannen die ooit verliefd op me zijn geworden. Echt. Allemaal wisten ze me te vertellen dat ze me “zo lekker stoer vonden”. Stoer, zo’n beschrijving die mensen vaak gebruiken als ze me niet goed kennen. Handenwringend zullen mijn vriendinnen het steeds gadegeslagen hebben, zo’n man die een meisje versiert wat lekker stoer is, wachtend op mijn downfall. Ze zijn allemaal bedrogen uitgekomen.
(meer…)
De slechte verliezer in mij
Ooit zat ik op judo, en ik was er niet eens heel slecht in. Tenzij je die allereerste wedstrijd meetelt; eerste wedstrijden zijn nooit goed namelijk. Ik zal een jaar of zeven zijn geweest toen het jaarlijkse Sinterklaastoernooi plaatsvond. Ouders erbij en opa en oma op de tribune; ook als zevenjarige was de druk van prestatie helder voelbaar. Dat ik alle vier de wedstrijden glansrijk verloor weerhield me er niet van toch naar voren te stappen toen de judoleraar alle kindertjes “die dachten dat ze een medaille gewonnen te hebben” opriep naar voren te komen. Zelfverzekerd als ik was duwde ik de andere kindertjes weg om alvast naast de leraar en dicht bij het podium plaats te nemen. Heftig zwaaide ik naar mijn ouders en opa en oma, die met iets minder enthousiasme terugzwaaiden; het leek zelfs alsof ze een terugwaartse beweging met hun hand maakten.
Die dag leerde ik een belangrijke les; als je laatste wordt krijg je geen medaille. En ik kan bijzonder slecht tegen mijn verlies.
(meer…)
De iPhone en de stappenteller
Er was een tijd in mijn leven waarbij de rekeningen werden betaald, waarna ik linea recta al mijn geld uitgaf aan de groots mogelijke onzin -zonder er ook maar een seconde over na te denken. De duurste jurkjes, de meest luxe etentjes, avondjes uit; alles kon, alles zonder enige overweging. Hartstikke leuk, zo’n impulsief randje, tot je na een week op droog brood moet leven om de overige drie weken door te komen. Tijd voor volwassenheid.
(meer…)
Mijn rugzak en ik
Het voordeel van het hebben van een zus die wat jaar ouder is én die naar dezelfde middelbare school gaat is dat je van tevoren precies weet wat hip is en wat niet. Zo wist ik al ruim voor de eerste schooldag dat de door mijn ouders gekochte ó zo praktische Kipling rugzak not done was, en dat de schoudertas het accessoire was, liefst gedragen tot halverwege de knie. Niet praktisch, niet handig, maar iniedergeval niet het risico al op dag één de paria van de school te worden.
(meer…)
Mijn deprimerende poging tot Mindfulness
Als kind was ik druk. Heel.Erg.Druk. De term ADHD was toen nog niet zo in schwung en mijn ouders lagen er niet zo van wakker, dus de labeltjes zijn me bespaard gebleven; ouders lieten me een rondje extra rennen in de avond en dat was dat. Dat het iets was waar ik ook niet bepaald overheen zou groeien bleek al snel; tot op de dag van vandaag blijf ik de hoofdrol spelen in de Grote-Mij-Show, inclusief de godganse dag door delen van al mijn gedachtes die ik zelf nauwelijks kan volgen omdat ze doorgaans alweer vervliegen op het moment dat ze opkomen. Tel daarbij de concentratieboog van een aardappel op en het plaatje van mijn irritante persoonlijkheid is compleet.
(meer…)
Lieve dames; je sast niet, je plast.
“Ik ben even pissen” roept mijn mannelijke collega voor we de vergadering inlopen. “PLASSEN!!” gil ik hem na, me ondertussen bedenkend dat het al de tiende keer is dat ik hem hierop verbeter. Pissen, zeiken, piesen; woorden waar ik een gigantische hekel aan heb en die vooral met liefde door mannen gebezigd lijken te worden. Zodra het in een semi-grappige zin gepropt wordt als “ik ga even naar mijn eigen gezeik luisteren” kan bij mij het irritatiepeil in één keer van 0 naar 100 schieten en begin ik vlot aan het verbeteren en heropvoeden.
Er is echter weinig erger dan de benamingen die vrouwen erop na houden; vooral de dames met kleine kinderen lijken er meer dan eens aan te geloven en geloof me; het klinkt te debiel voor woorden.
(meer…)
Raad eens wie er bijna jarig is….
Ik heb nooit problemen gehad met ouder worden; het is nu eenmaal een noodzakelijk kwaad wat hoort bij de belangrijkste dag van mijn jaar; mijn verjaardag. Er zijn maar weinig gebeurtenissen waar mijn ietwat kinderlijke karakter zo naar buiten treedt als rondom mijn verjaardag. Je kan het grofweg onderverdelen in twee periodes in het jaar; zo zes maanden na mijn verjaardag ben ik aan het sippen dat het nog zolang duurt, om vervolgens de zes maanden voorafgaand aan de grote dag te hyperen dat het alweer bijna zover is…
Nog twéé nachtjes slapen.
(meer…)
Guus Meeuwis – Groots met een zachte G 2015; hoe het was
Guus Meeuwis vind ik leuk. Vooruit, ik heb hem nooit 60-euro-leuk gevonden, maar zeker wel hier-heb-je-twee-gratis-kaartjes leuk. Toen ik die dan ook voor de show van gisteravond kreeg aangeboden wist ik dat het moment daar was; ik zou eindelijk ook eens naar Groots met een Zachte G gaan (meer…)
Wat andere artiesten van Paul McCartney kunnen leren (en wij van de bezoekers)
Concerten bezoek ik zelden; nu bijna alles in Amsterdam optreedt is gebleken dat ik maar bijzonder weinig bands of artiesten echt de moeite waard vind om die kant op te reizen. Dat wil niet zeggen dat ik niet naar een hoop concerten geweest ben, er zijn jaren geweest dat ik mijzelf wel maandelijks naar de Paradiso, Melkweg of Tivoli sleepte. Maandag was dan ook een geheel nieuw hoofdstuk in mijn concertenboek; voor het eerst in hele lange tijd weer eens naar een concert in Amsterdam en dan ook nog eens van wat mij betreft de grootste held ooit; Paul McCartney.
De drie uur dat ik hem op zag treden maakte voor mij duidelijk dat het niet zozeer de afstand was die me tegenhield naar concerten te gaan, maar vooral de artiest of band zelf; voor een show zoals Macca die gaf zou ik iedere dag op en neer reizen.
(meer…)
The Struggle is Real met Thuisbezorgd.nl
Sinds ongeveer anderhalf jaar heb ik niet alleen een relatie met mijn vriend, maar ook met thuisbezorgd.nl. Bestelde ik daarvoor hooguit ééns per jaar, inmiddels zitten we op een vrij stabiele eenmaal per week -ondanks goede voornemens ja-. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik ooit anders heb gedaan; het genot van de deurbel die gaat, waarna er vervolgens een 16-jarige op je stoep staat met kant en klaar voedsel….weinig wat daar tegenop kan op de zondagavond. Toch duurt het altijd wel even voor we op dat punt zijn dat die deurbel gaat, strubbelingen die niet licht opgenomen moeten worden.
(meer…)
Het leven van een seriejunk waar jullie mij bij moeten helpen.
Ooit keek ik nauwelijks series. Tot een jaar of -pak hem beet- anderhalf geleden was mijn serie-inname beperkt tot Game of Thrones en Downton Abbey, wat goed te overzien was. Toen kwam eerst het vriendje, en later Netflix; een combinatie die killing blijkt te zijn als je nog iets van een sociaal leven wilt hebben. De definitieve nagel aan mijn doodskist is Popcorntime; alle series ooit gemaakt één muisklik weg. Vooral mijn ietwat uitgebreide fantasie blijkt het grootste probleem te zijn tijdens het kijken; ik kijk de serie niet, ik wórd de serie, met alle gedachtes die daarbij horen. (meer…)
De Charlie Charlie Challenge en waarom we het vooral niet te serieus moeten nemen
De laatste week staan de kranten er vol mee; de Charlie Charlie Challenge. Niet veel anders dan het vroegere glaasje draaien of een ouderwets Ouija bord, maar dan versimpelt met een enkele ja of nee. Via twee gekruiste potloden wordt getracht de Mexicaanse geest Charlie op te roepen, die wellicht het antwoord op je vraag heeft.
Ouders over de zeik, vooral omdat de geesten hiermee van slag zouden raken.
Onzin.
(meer…)
Turkije-gangers; stop eens met klappen
Los Angeles, Kuta, Berlijn, Londen; verschillende vluchten die ik gemaakt heb die één ding gemeen hadden. Na landing werd er niet geklapt. Niet na heftige turbulentie, niet na lastige omstandigheden waardoor het landen nogal spannend was, niet na twintig uur en noodweer in de lucht gehangen te hebben; nooit.
Voor het eerst sinds tien jaar heb ik onlangs weer mijn vakantie doorgebracht in Turkije, met de schoonfamilie. Ik wist me nog goed voor de geest te halen hoe het gehele vliegtuig al die jaren geleden in een daverend applaus losbarstte na landing en hoe verward ik daarvan was geraakt; werd er net een truuk uitgevoerd die ik had gemist?
Ik troostte mezelf dan ook al op voorhand met de gedachte dat we inmiddels tien jaar verder waren en dat echt niet meer zou gebeuren, maar niets bleek minder waar; ook nu waren er klappers als ware er een show werd opgevoerd door Hans Klok himself. En dat moet nu maar eens ophouden.
(meer…)
Mijn voorbereiding op het eind van de wereld
Een aantal jaren geleden had je een angstaanjagend programma op Discovery Channel over het eind van de wereld, waarvan de titel me helaas ontschoten is. De zin waar het allemaal om draaide staat me echter nog helder voor de geest: “the question is not if the world will end, but how”. Sindsdien ben ik me dan ook danig aan het voorbereiden
(meer…)
Beste horeca; als ik cola bestel wil ik geen Pepsi.
Gepassioneerd, dat is het woord dat mij het best omschrijft als het om mijn cola inname gaat; zeker 6 blikjes per dag tik ik weg. Coca Cola welteverstaan; voor alle andere merken haal ik mijn neus op. Dat dit niet in ieder huishouden zo is heb ik al lang geleden geaccepteerd; ik weet heus wel dat er doorgaans geen blikjes van het roodbruine goud koudstaan in de gemiddelde koelkast, dus zal ik er ook niet snel om vragen -water is prima in dat geval-. Waar ik echter wel een onnoemelijke, diepgewortelde hekel aan heb is als ik cola in een restaurant, lunchspot of bar bestel, en Pepsi krijg. Nog erger wordt het als er Pepsi Max wordt voorgeschoteld bij het verzoek om de lightvariant. Het moge duidelijk zijn; het moet maar eens afgelopen zijn met deze onzin. (meer…)
Fuck de koning…of toch maar niet.
Fuck de koning. Uit het niets de term die de kranten in zijn greep houdt; niet alleen omdat dit werd geroepen tijdens een demonstratie, maar ook omdat het Paleis op de Dam inmiddels met dezelfde leus is beklad. Waar het in het kort op neer komt is dat mensen blijkbaar boos zijn op het instituut van de monarchie en aanstoot nemen aan het verbod op “Majesteitsschennis”; samengevat mag je geen lelijke dingen over ons Koningshuis zeggen. En ergens vind ik dat wel terecht.
(meer…)
Van Fatshaming naar Weightshaming en waarom het nutteloos is
“Real men like curves!”
“gatver al die kwabben en putten”
“Bones are for the dogs”
“ja hoor, ga jij jezelf maar weer lekker volproppen bij de Mac Donalds”.
Dit zijn slechts enkele van de duizenden reacties die je onder iedere willekeurig aangezwengelde discussie op Facebook ziet staan; of dat nou de Linda Magazine is met een stukje over Obese -het televisieprogramma van de zondag- of de modesites die ineens groots uitpakken omdat er een Plussize model in de campagnes van H&M is opgenomen. (meer…)
Shabu Shabu; doe eens iets aan je gezelligheid
Gezellig. Een woord wat zich in geen enkele andere taal laat vertalen heb ik me wel eens laten vertellen. Ik ben zo’n doos die heel veel dingen gezellig vindt en dat dan ook graag hardop uitspreekt. Ik vind het gezellig om een drankje te drinken met vrienden, om naar een rommelmarkt te gaan of om met vriendinnen te picknicken op een mooie zomerse dag. Uit eten gaan, ook zoiets wat ik gezellig vind. Daarom gingen vriend en ik afgelopen vrijdag samen naar de Shabu Shabu in Rotterdam Centrum. Die bleek helemaal zo gezellig niet meer te zijn.
Over liefde en de bijbehorende extra kilo’s
8 kilo. In iets meer dan een jaar tijd ben ik 8 kilo aangekomen; dat was de pijnlijke conclusie die ik zojuist moest trekken toen ik de weegschaal luid jammerend wegtrapte. Nu kan ik met de beste wil van de wereld niet beweren dat ik het niet had verwacht; de bezorgtoko’s weten ons adres zo’n beetje blind te vinden, als we al zelf koken zijn het ofwel ovenfrietjes met saté ofwel broodjes hamburgers en van alcohol is ook nog nooit iemand slanker geworden (ok een hele hoop mensen wél, maar dan heb je weer een ander probleem). Door de weegschaal diep weg te moffelen heb ik mijn kop toch nog zeker zes maanden in het zand kunnen steken, dus uitstel van executie heb ik al gehad; time for a change.
Wat er gebeurt als je grote tatoeages hebt
15 was ik, toen ik mijn eerste tatoeage liet plaatsen. Ik was zojuist geslaagd voor mijn eindexamen VMBO en zou met mijn moeder een cruise gaan maken als beloning voor alle noeste arbeid die ik er eigenlijk juist niet had ingestopt. Al vanaf mijn twaalfde was ik mijn ouders gek aan het zeuren om zo’n lichaamsverrijking en ineens popte dan ook het briljante idee op; als ik nu eens in plaats van een peperdure cruise, toestemming voor een door mijzelf betaalde tattoo vraag? Ouders gingen akkoord en ik racete met mijn zus-met-rijbewijs naar de dichtstbijzijnde shop. Direct doemde daar een levensgroot dilemma op; wat zou ik dan precies laten zetten? Want verder dan fantaseren over een tattoo was het nooit gekomen; welke tattoo had ik geen idee van.
Gelukkig was daar het grote -kies-maar-random-iets-uit plaatjesboek en het werd dan ook vermoedelijk de lelijkste hoeren-tattoo die iemand kan kiezen op zijn vijftiende; een soort tribal-maar-dan-niet-en-goedkoop, ergens tussen mijn schouderbladen in.
Ik voelde me de tofste vijftienjarige ooit. (meer…)
Het “wacht maar tot” type en hoe je ze voorgoed de mond snoert
We kennen ze allemaal, en over het algemeen zijn het vrouwen; het “wacht maar tot” type. Dit type wentelt zich met liefde in alle wijsheid die ze de afgelopen jaren hebben opgedaan en kunnen niet wachten om dat met jou te delen. Waarom? Omdat ze graag willen dat jij dezelfde fouten als hen maakt.
Het “wacht maar tot” type weet de zin in iedere situatie te proppen waar het haar uitkomt; “Wacht maar tot” je kinderen hebt, tot je op jezelf woont, tot je ouder bent, tot je werkt, tot je studeert of tot het jou overkomt; er is geen situatie denkbaar waar deze vrouwen niet hun betweterige vingertje op kunnen heffen om jou eens goed de les te lezen. Wat ze eigenlijk bedoelen is; wacht maar tot jij je in dezelfde uitzichtloze situatie als mij bevindt. Want jíj kunt nu wel beweren dat je bij je man weggaat zodra hij een scheve schaats rijdt; Wacht maar tot het je echt gebeurd en je net als hen in een ongelukkig huwelijk vastzit. Je kunt nu wel zeggen dat je je kinderen niet zult verwennen, maar wacht maar tot je net als hen één keer teveel toegeeft en met eenzelfde soort spuugkinderen hele dagen bent opgescheept. Wacht maar, wacht maar, wacht maar; het ligt in de bek bestorven. En eigenlijk is er maar een goede reactie.
Beste RET-chauffeur; het spijt me.
Zoals ik al eerder heb beschreven maak ik bijna dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Focuste de vorige post zich vooral op de metro, dit is zeker niet het einde van mijn reis. Op station Zuidplein moet ik namelijk ook nog een bus pakken, een bus waar ik vervolgens zo’n tien minuutjes inzit. Nu komt er nogal een “gemêleerd publiek” op Zuidplein, en het is dus altijd spannend met wie je in de bus komt te zitten. Wonder boven wonder heb ik nooit echt vervelende dingen meegemaakt, en ook twee weken geleden stapte ik na de metrorit goed gemutst de bus weer in. Vol vol, dus ik nam direct achter de chauffeur plaats waarna er een oudere man weer naast mij kwam te zitten. Toen ik er zeker van was dat hij geen praatje wilde maken (niets zo vervelend als steeds je muziek uit moeten schakelen) ging de Ipod dan ook op. Move that bus.
Hoeveel zouden ze jou moeten betalen om een kogel te vangen?
Mijn vader is politieagent. Brigadier om precies te zijn, wat ongeveer hetzelfde is als meewerkend leidinggevende. Dit werk doet hij inmiddels al zo’n 34 jaar in Rotterdam; de stad die al jaren minimaal in de top vijf staat van de misdaadlijstjes. Nu is het geen beroep waar je je doorgaans erg populair mee maakt op feestjes. Als dochter-van-een-politieagent moet je je vanaf ongeveer je tiende gaan verdedigen (daarvoor werkt het nog wel redelijk in de speeltuin); ellenlange verhalen heb ik aan moeten horen over de onterechte bekeuringen, die ene keer dat de politie niets had gedaan terwijl ze wel hadden gebeld, de donuts die er vast doorheen gaan en alle andere vooroordelen. Dan ben ik enkel de dochter-van-de-politieagent, als je er zelf werkt kan je de grappen inmiddels wel dromen. En eigenlijk vind ik dat het wel eens klaar mag zijn met al dat gezeik.
De Marathon waaraan ik deelneem, maar die ik nooit zal lopen
Aanstaande zondag is het zover; mijn vader neemt deel aan zijn allereerste marathon. Met het neerschrijven van bovenstaande titel popte al meteen het eerste dilemma op; ren je de marathon, of loop je hem? Google biedt ook geen uitkomst, dus ik hou het er maar op dat het aan de deelnemer ligt. En mijn vader zal het vast gaan rennen. Apetrots ben ik op hem, absoluut. Of ik het zelf ooit zou doen? Absoluut niet.
Ik heb altijd in de veronderstelling geleefd dat óók ik een sportgen geërfd moest hebben, maar dat het gewoon extreem lang heeft geduurd voor het eruit kwam. Met een vader die al zijn hele leven bij hobby’s “sporten” kan opschrijven moet er toch wel iets overgesprongen zijn? Inmiddels lijk ik die hoop opgegeven te hebben. Tuurlijk, ik heb vijf jaar op vrij ok niveau judo gespeeld, maar aangezien die loopbaan maar tot mijn elfde heeft standgehouden is dat nu ook niet meteen een prestatie om trots op te zijn. (meer…)
the Dramalife chose me
Hoewel ik meer dan eens een kater heb gehad en dus inmiddels het klappen van de zweep zou moeten kennen, komt het toch iedere keer weer als een verrassing dat ik er superemotioneel en een tikkeltje dramatisch van word. Zo ook gisterochtend; vriend vroeg mij op vrij neutrale toon of ik een thee wilde, wat ik de eerste keer niet verstond. De tweede keer kwam het er dan ook iets snauwender uit (zelfs hij blijkt niet immuun voor de kater) wat dan weer wel opgepakt werd. “Wat is er toch” snifte ik “je doet al weken superlelijk tegen me”. Vriend reageert verbaasd met een “hoezo, het gaat hartstikke goed” waarna ik er nog een “niet waar, je wilt duidelijk niet hier zijn” uit wist te persen. Huilend rolde ik mijzelf in foetushouding op de bank, ondertussen de inboedel al verdelend in mijn hoofd. Vriend is schouderophalend thee gaan zetten; business as usual. (meer…)
Mijn bucketlist voor de overlevenden
Ik heb geen bucketlist. Waarschijnlijk omdat ik het type ben dat als ik iets graag wil, ik het vroeg of laat toch wel een keer doe; daar heb ik geen apart lijstje voor nodig. Daarnaast heb ik nu eenmaal geen grote of meeslepende wensen; voor mij geen skydiven boven de Niagara Falls of de Mount Everest beklimmen in mijn bikini. De dingen die ik wil doen zijn vrij bescheiden en mocht ik ze niet kunnen doen is mijn leven net zo compleet.
Toch is er wel een probleem; dat betekent dat ik nooit viral zal kunnen gaan mocht ik op een tragische manier komen te overlijden. Geen zorgen, ik word 110, maar mocht het noodlot tóch eerder toeslaan dan wil ik graag een Facebookpost worden. De laatste weken wordt je namelijk doodgegooid met posts over Bucketlisten van overleden mensen die worden afgewerkt, met tranentrekkende foto’s en bijschriften uiteraard. Nu ben ik niet alleen het type dat deze aandacht zou verdienen, maar ook iemand die graag de touwtjes in handen houdt. Hierbij presenteer ik dan ook; mijn bucketlist voor de overlevenden. Alle dingen die jullie mogen doen mocht ik het niet gered hebben. Wel goed lezen alsjeblieft, ik heb er duidelijk bij vermeld wie wat doet en hoe het eruit moet komen te zien. (meer…)
De lotgevallen van een slaapgestoorde
“Slaapwandelen waarbij het lijkt alsof je wakker bent en over het algemeen bang” leek de neuroloog wat gewoontjes, dus de medische termen werden uit de kast getrokken; “NonREMparasomnie met sleep terrors waarbij sprake is van somnambulisme en confusional arousals” klinkt immers stukken chiquer.
De beste man was dan ook diep onder de indruk van het doorzettingsvermogen van mijn slaapwandelen in het algemeen; de nacht van het onderzoek had ik ondanks de monitor waaraan ik lag vastgeketend maar liefst 15 keer geprobeerd mijn bed uit te komen. Inmiddels is daar een gevoel van slapeloosheid bijgekomen, iets met een lastig verhaal qua registratie van de hersenen en daadwerkelijke slaap.
Kortom, één bak ellende dus dat slapen van mij. Geen zorgen though, het levert ook een hoop goede dingen op. (meer…)
De in mij verstopte Dame die er maar niet uit lijkt te komen.
Gister werd ik weer door zo’n gevoel overvallen. Ik stond bij de bushalte na een werkdag te wachten, toen er aan de andere kant van de weg een vrouw overstak. Niet zomaar een vrouw, een Dame. Ze moet van mijn leeftijd zijn geweest, maar had ook weer dat leeftijdsloze wat alle Dames lijken te hebben, dus echt inschatten is lastig. Hoge hakken, chique jurkje, gelakte nagels, perfect haar; alles klopte aan haar. Mijn alombekende gevoel kroop boven; ik wil haar zijn.
Ik heb het geprobeerd. Echt. Toen ik een jaar of 13 was kocht ik mijn eerste paar hakken; afschuwelijke hoerenlaarzen maar mét flinke hak, dus helemaal hip. Op een vrijdagavond trok ik ze dan ook vol goede moed aan naar de schooldisco, er vast van overtuigd dat dit mijn eerste stappen in de wereld van de dames zouden worden. Al zeker een uur had ik dan ook al rondgestrompeld, me ondertussen afvragend hoe andere dames dat toch deden, toen mijn beste vriendin me toch maar de suggestie deed ze uit te trekken; blijkbaar vóelde ik me niet alleen als een kleuter in de veel te grote schoenen van haar moeder, zo zag het er ook uit. Aangezien mijn humeur er ook niet beter van werd moest ik haar gelijk geven en werden de hakken diezelfde avond nog aan de wilgen gehangen. Daar ging mijn droom. (meer…)
De Zweefteef
We kennen ze allemaal; die ene kennis/vriend/buurman/familielid die zo verschrikkelijk spiritueel is dat het bijna is alsof diegene zweeft in plaats van loopt. Die ene persoon, man of vrouw, die geen zin kan uitspreken zonder het woord chakra/mantra/aura/of-wat-voor-onbegrijpelijke-jibberisch-dan-ook te gebruiken. Ik heb dan misschien wel het geluk ze niet in mijn vriendenkring te hebben, als collega wel. En dat is misschien nog wel irritanter.
(meer…)
Verhuizingen en de vrouw die dat niet aankan
Er zijn een hoop dingen waar ik goed in ben. Zo kan ik een aardig hamburgertje flippen, zijn mensen flink onder de indruk van de hoeveelheid blikjes cola light die ik in een dag wegtank en weet ik angstaanjagend veel liedjes van voor tot achter mee te zingen. Hoewel ik hier erg trots op ben en het allemaal graag benoem zijn er helaas ook dingen waar ik wat minder goed in blijk te zijn. Zo heb ik dat autorijden nooit helemaal onder de knie gekregen ondanks mijn aankomende 10-jarig jubileum als rijbewijshouder, blijkt het schier onmogelijk te zijn rijst of spaghetti goed af te meten waardoor ik het altijd voor minimaal 10 personen maak ook al eten we maar met zijn tweeën, en kan ik -ondanks herhaaldelijke pogingen van anderen het me aan te leren- niet fluiten. Maar mijn absolute karakter-dieptepunten komen pas echt allemaal samen bij die ene activiteit; verhuizen. (meer…)