Hij had een kater.
Niet zomaar een kater, maar een ware vrijgezellenfeest kater. Zo één waarbij hij om 5 uur ‘s nachts stomdronken mijn kamer binnenstommelde (“ik hou sjjjoooooveel van je schatzzzjjjeeeee”) en een dag waarbij hij vanaf 10 uur in de ochtend voor hoopje zijn bed uit moest komen omdat ik wegging met een vriendin.
Het was niet zijn beste dag.
Nu kan ik met momenten een zeer begripvolle vriendin zijn, maar die dag even niet. Ik was immers óók moe, zo vertelde ik hem; ik had heus niet goed geslapen toen hij stond te tanken in de kroeg en zich liet bepotelen door losgeslagen vrouwen (zo stelde ik het me dan voor). Ik verzekerde hem dat het -echt waar- geen wedstrijd was, máár, zo benadrukte ik; ik zou winnen als dat wel het geval was.
Wat was nu eenmaal een kater als je dat afzette tegenover hele dagen voor een baby zorgen?
Gelaten liet hij mijn met tranen besmeurde tirade over hem heengaan, ondertussen Thuisbezorgd doorscrollend op zoek naar iets dat wél de gevraagde troost zou bieden.
Maar zo makkelijk kwam hij niet van me af.
“Ik denkkkkkkkkkkk….” zo snufte ik, “ik denkkkkkkkkkk dat jij maar een thee moet maken voor me.”
Hij stond op, het tegenstand bieden al lang opgegeven, en sjokte naar de waterkoker.
“Wat wil je er in?”
“één zoetje!” antwoordde ik, in dat allesomvattende zalige moment van onwetendheid.
Tot de realiteit zich aan mij opdrong;
Ik trouw over nog geen drie weken met deze man, en hij weet niet eens hoe ik mijn thee drink.
“Hoe kan je dat nou niet weten??!!” gilde ik uit, hoopje in de box slingerend, klaar om mijn spullen te pakken bij dit moment van ultieme ontrouw.
“nouja…je verandert nogal eens. Soms drink je met suiker, of met honing, of met twee zoetjes, afhankelijk in welke fase je dan weer zit. Weet jij wel hoe ik mijn koffie drink dan?”
Nee, dat wist ik niet. Vond ik ook een heel slecht punt, want ik maakte immers nooit koffie voor hem, en dat wist hij dan best wel weer.
Ik pijnigde mijn hersenen, denkend aan alle dingen die hij nog meer niet over mij wist.
Moest ik hem vertellen over mijn eerste liefde Michael, de schattige Engelse jongen die samen met zijn broer David op dezelfde camping in Frankrijk verbleef? We hadden een onstuimige relatie toen ik een jaar of 6 was die een hele week duurde, waarna ik hem dumpte met de gouden woorden “the love is over”. Een voetnoot in mijn leven, maar tekenend hoe ik de angel ergens uit trek; lomp, en met weinig compassie (Michael was in tranen en smeekte me de liefde voort te laten duren. Ik was echter onverbiddelijk. Een goede keuze denk ik, zo’n cottage in Engeland is enkel leuk voor de vakantie).
Had ik hem ooit verteld over mijn diepgewortelde jeugddroom bij Kinderen voor Kinderen te mogen zingen, die mijn moeder bruusk de grond in trapte door te zeggen dat ik daar het verkeerde accent voor had?
En moest ik hem niet inlichten over mijn immer voortdurende doodsangst een badkamer binnen te lopen na een vakantie, omdat er vroeger dan altijd hele grote zwarte spinnen in het bad zaten bij thuiskomst?
KENDE HIJ MIJ EIGENLIJK WEL???
18 dagen. Dat is de tijd die is overgebleven om elkaar nog écht te leren kennen voordat we het ja-woord uit zullen spreken. 18 dagen waarin ik niet alleen ieder detail van mijn leven op zal moeten diepen, maar ook naar dat van hem zal gaan vragen, bij wijze van uitzondering.
Ik denk dat ik maar ga beginnen met hoe hij het liefst zijn koffie drinkt.