Het is makkelijk om te beweren dat je geen last hebt van je hormonen, want je zit doorgaans vooral je omgeving in de weg. Ik commandeer vriend graag nét iets meer rond uiteraard of eis ineens dat hij een ijsje haalt, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik vooral vínd dat ik me zo mag gedragen, ik zit immers al bijna op de helft van mijn zwangerschap. Ik ben niet daadwerkelijk in staat een moord te plegen voor en Solero, en als vriend geen zin heeft haal ik er net zo makkelijk mijn schouders over op. De uitbarstingen tot nu toe zijn wellicht beter te scharen onder honger/algemene nukkigheid/even-kijken-hoe-ver-ik-kan-gaan en vriendinnen, familie, vriend; iedereen laat gebroederlijk met een kleine zucht zijn adem los. Het valt mee.
Tot de hormonen deze week toch in volle kracht toesloegen.
Het was dinsdag een diep en diep troosteloze dag. De regen kwam met bakken uit de hemel, Rotterdam zag er grijs uit en vooruit; ik had ook al een dag of drie nauwelijks geslapen. Toch leek dat niet persé de reden van mijn zwaarmoedige gevoel, en terwijl ik mezelf de dag door sleepte (je kent het wel; bij iedere vraag die je gesteld wordt ben je bang óf in janken uit te barsten, óf diegene op zijn bek te slaan) probeerde ik erachter te komen wat er nou precies mis was, of beter; wat er nou precies ontbrak. Want het leek vooral een diep gemis te zijn wat me de hele dag achtervolgde. Ik ging bij mezelf ten rade, terwijl ik mijn rapporten afwerkte en mail beantwoorde;
Wilde ik niet zwanger zijn? Was dit het moment waarop ik me besefte dat ik dit leven met vriend, huis, dikke buik en ring om mijn vinger helemaal niet wilde, maar eigenlijk wilde backpacken in Australië, met dreadlocks in mijn haar en promiscue contacten met andere reizigers die op zoek waren naar de ware ziel van het leven? Waarna ik terug zou komen als herboren vegetariër om vervolgens een of andere stichting op te richten en voor de rest van mijn leven subsidie te trekken bij de gemeente?
Vol walging staarde ik voor me uit. Nee, dat leek het niet te zijn nee.
Op weg naar huis lopend door de stad, in de metro, in de bus; het gevoel bleef zonder dat ik mijn vinger achter het waarom kreeg. Pas bij het omdraaien van de sleutel werd het duidelijk en zag ik voor me wat er mis was, net zo helder als ik er altijd van overtuigd ben geweest dat Maxime Hartman de volgende Matthijs van Nieuwkerk moet worden.
Vriend stond nietsvermoedend in de keuken te koken, toen ik mijzelf méér dan dramatisch in zijn armen stortte. Ik snikte en snikte, alle hormonen kwamen samen op dat éne ware zwangerschapsmoment die de goede voorgaande periode in één keer deed verbleken.
“IK WIL GEWOOOOOOHOOOOON DAT HET KERST IS”.
Hier zit ik dan. Het is 13 augustus en ik heb Skyradio opstaan; inderdaad, de Christmas Station variant; die gaat dus gewoon het hele jaar door.
Gister heb ik de hele dag biedend op Marktplaats doorgebracht, speurend naar de perfecte kunstkerstboom. Volgende week ga ik hem ophalen, mijn ruim twee meter dertig tellende groene rots in kerstige dagen. Ik hoor bezig te zijn met de inrichting van het nieuwe huis waarvan we over acht weken de sleutel krijgen, maar het enige waar ik op dit punt van wakker kan liggen is waar we de kerstboom precies neer gaan zetten zodat hij volledig tot zijn recht komt, waar je op dit punt van het jaar kerstversiering kan kopen, of het frowned upon mijn hele huis aan de buitenkant te behangen met lichtjes en welke andere accessoires er nog meer nodig zijn.
Vriend kijkt het met enige argwaan aan maar haalt na alle horror-hormoon-verhalen van en over anderen zijn schouders er toch maar over op.
Hij wil immers niet lonely this christmas zijn.
Reacties zijn gesloten.