Nee trut, ik ben niet zwanger.

Het moet een jaar of vier geleden zijn geweest. In verband met een reorganisatie werd ik tijdelijk op een andere werkplek gestationeerd en het was mijn eerste dag aldaar. Het fijne van een verstokte roker zijn is dat je makkelijk contacten met de nieuwe collega’s kan maken, dus samen met de collega met de rode haren stond ik van ons momentje te genieten.
“mag ik je wat persoonlijks vragen” zei ze, terwijl ze een samenzweerderige blik opzette.
Ik nam een diepe teug van mijn sigaret, en zette mijn laten-we-de-beste-collega’s-van-de-wereld-worden blik op. “Natuurlijk!”
“ben je zwanger?”
De sigaret brak ik bijna door tweeën zoveel druk zette ik erop, me verbazend over haar gore lef; we kenden elkaar net 15 minuten. Met een grote glimlach antwoordde ik
“nee hoor, gewoon een beetje dik”.

In shock was ik. Hoe kon iemand, een vrouw notabene, zo verschrikkelijk dom zijn zoiets te vragen, bij een eerste ontmoeting, terwijl we aan het roken zijn?
Het was de eerste keer dat het me ooit gebeurde, en we werden geen beste-collega’s-van-de-wereld. Maar de jaren erna gebeurde het me wel vaker. Van een verkoopster in Rome waar ik een gratis bedelarmbandje kreeg (“for the little baby”!) wat ik uit schroom maar aannam, tot verre collega’s en vage bekenden. En dat moet eigenlijk maar eens over zijn.

Vooropgesteld; ik ben in de vruchtbare jaren van mijn leven. Ik ben niet dik, maar die wintervacht lijk ik ook nooit helemaal kwijt te raken waardoor ik mezelf ook al enige jaren niet meer onder de noemer “slank” kan scharen. Ik ben het type van de stabiele lange relaties, dus aan de man heeft het me ook nooit ontbroken. En het belangrijkst; Ik loop als een kind van 3.
Althans, zo omschrijft vriend het graag. Ik nam de boodschap “altijd rechtop lopen” blijkbaar erg letterlijk waardoor ik mijn rug nogal hol hou en ik mijn torso trots naar voren steek als ware ik een kindje uit Afrika, alleen in plaats van mijn hongerbuikje show ik…nouja, mijn buik. En dat kan ook best, op goede dagen. Op slechte dagen waarschijnlijk niet dus. Neem daarnaast de regelmatige uitspraken als “ik wil een baby” en foto’s op Facebook met mijn neefje en dezelfde catchphrase en echt, ik begrijp het.

Ik begrijp dat mensen zich wel eens afvragen of ik zwanger ben. Ik begrijp dat dat ook bij andere vrouwen gebeurt, want iedere vrouw heeft wel eens een dag, week, maand of jaar dat één van de bovenstaande dingen van toepassing zijn. Wat ik echter niet, op geen enkele manier, ooit zal begrijpen is dat jij -half wildvreemde vrouw- dit dan gewoon gaat vragen. Aan ons. Want vele vrouwen met mij blijken soortgelijke ervaringen te hebben, en de dader in kwestie blijkt altijd een vrouw. Blijkbaar is beledigen onder het mom van “ooooh, ik dacht ik vraag het toch maar even haha” namelijk compleet gerechtvaardigd.

Want beste vrouwen; het is onbeschoft om te vragen. Hóóguit is het ok om te vragen als we wel de-beste-collega’s-van-de-wereld-zijn en je weet dat ik zwanger wil worden. Of als je mijn vriendin bent, of een eerstelijns familielid; kortom, mensen die weten hoe ik er dagelijks uitzie en veranderingen daadwerkelijk kunnen waarnemen. Mocht je dat voorgenoemde allemaal niet zijn wacht je netjes met vragen tot ik een hele grote witte band om mijn buik draag waarop staat “50% mama, 50% papa, 100% ik” waarboven een zilveren bel bungelt die zo lekker rustgevend is voor de kleine groeiende spruit.
Dan, en alléén dan, heb je het recht ernaar te vragen. Alle andere keren ben je gewoon kwetsend en had je het ook prima achter mijn rug om even kunnen navragen bij collega’s, vrienden of voor mij apart vriend zelf. Niks eerlijkheid, niks recht in mijn gezicht; dit soort dingen mag je met een gerust hart bij anderen informeren.

Het meest frustrerende van alles? Ik reageer iedere keer weer met een glimlach en een half verontschuldigende “neenee, niet zwanger, verkeerd jurkje aan” of iets in die trant, waarbij ik de lompe drol in kwestie het excuus geef dezelfde vraag doodleuk aan het volgende slachtoffer te stellen. Die dagen liggen definitief achter me, de volgende keer noem ik je gewoon wat je bent;
een stomme trut.